Bos

Oorspronkelijk bestond de Teverener Heide uit een gemengd loofbos. Toen de lokale bevolking in de middeleeuwen groeide, rooide men grote stukken bos voor brand- en bouwhout en liet men het vee hier grazen. Ook de dopheide die hier nu kon groeien, werd gerooid en als stro in de stallen gebruikt. De bodem verarmde en er groeiden vrijwel geen jonge planten meer.

Wald Eichen

Nieuw bos – oud bos

In de negentiende eeuw werden grove dennen die goed gedijen op schrale grond op de kale vlaktes geplant. Door deze eenzijdige beplanting was het bos vatbaar voor aantasting door insecten en vuur. Diverse keren brandde vrijwel het hele bos af.

Door uitdunnen is de afgelopen 25 jaar meer licht tot aan de grond doorgedrongen, zodat ook andere soorten zich hier kunnen vestigen en bijdragen aan de ontwikkeling van een gezond gemengd bos. Om het bos langzaam weer van een naaldbos in een natuurlijk loofbos te veranderen heeft het Duitse bureau voor het bosbeheer de laatste jaren ook beuken, zomer- en wintereiken geplant.